Twee Chinese dorpscomités die via de rechter een claim wilden leggen op een eeuwenoud Boeddhabeeld m - 其他 - 爱扫码·i3m.cn:3hhh.cn/8347 -扫一扫.cn·二维码.cn 333e.cn/8347 搜一搜.cn/8347


二维码
管理员
管理员
  • 社区居民
  • 最爱沙发
  • 原创写手
  • 忠实会员
阅读:347回复:0

无障碍·translate·翻訳·二维码.cn/i3h.cn/8347
·搜一搜.cn/Twee Chinese dorpscomités die via de rechter een claim wilden leggen op een eeuwenoud Boeddhabeeld m

楼主#
更多 发布于:2018-12-13 20:37
ECLI:NL:RBAMS:2018:8919


Uitspraak delen

InstantieRechtbank AmsterdamDatum uitspraak12-12-2018Datum publicatie12-12-2018ZaaknummerC/13/609408 / HA ZA 16-558
RechtsgebiedenCiviel recht
Bijzondere kenmerkenEerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie

Twee Chinese dorpscomités die via de rechter een claim wilden leggen op een eeuwenoud Boeddhabeeld met daarin een mummie(肉身坐佛章公祖师), zijn niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank zal hun zaak daarom niet verder inhoudelijk behandelen.VindplaatsenRechtspraak.nl
Verrijkte uitspraak


Uitspraak



vonnis


RECHTBANK AMSTERDAM


Afdeling privaatrecht

zaaknummer / rolnummer: C/13/609408 / HA ZA 16-558

Vonnis van 12 december 2018

in de zaak van



1[eiser sub 1] ,


2. [eiser sub 2],
beide gevestigd te [plaats] , Volksrepubliek China,
eisers,
advocaat mr. J.V.M. Holthuis te Amsterdam,

tegen



1[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde sub 2],
gevestigd te [plaats] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde sub 3] ,
gevestigd te [plaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. T. Teke te Amsterdam.

Eisers gezamenlijk zullen hierna [eisers] of ‘de dorpscomités’ worden genoemd. Gedaagden gezamenlijk zullen hierna [gedaagden] worden genoemd. Gedaagde sub 1. wordt – indien afzonderlijk bedoeld - hierna onder zijn naam genoemd.



1De procedure


1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in incident van 24 januari 2018, met de daarin genoemde stukken,
- de conclusie van dupliek, met bewijsstukken,
- het proces-verbaal van het pleidooi gehouden op 31 oktober 2018, met de daarin genoemde stukken (waaronder pleitaantekeningen van beide zijden). [eisers] heeft bij brief van 28 november 2018, die aan het proces-dossier is toegevoegd, opmerkingen gemaakt over dit proces-verbaal. Deze opmerkingen hebben de rechtbank geen aanleiding gegeven het proces-verbaal aan te passen.
1.2.Ten slotte is vonnis bepaald.



2De feiten


2.1.Yangchun en Dong Pu zijn elk een dorp in de Chinese provincie Fujian. Oorspronkelijk vormden zij tezamen één dorp, met op zijn grondgebied (thans het grondgebied van Yangchun) de boeddhistische Pu Zhao tempel.
2.2.Uit deze tempel is op 14 december 1995 een Boeddha beeld met daarin de gemummificeerde resten van een monnik uit de Song-dynastie (11e eeuw na Christus) gestolen. Deze gemummificeerde monnik staat bekend als Meester Zhang Gong (het beeld en de mummie hierna aan te duiden als: de mummie van Meester Zhang Gong) en heeft voor de dorpelingen uit Yangchun en Dong Pu religieuze en spirituele betekenis.

2.3.[gedaagde sub 1] heeft medio 1996, van een inmiddels overleden kunsthandelaar een Boeddha beeld met daarin, naar hem overigens pas later bleek, een mummie gekocht. Hij heeft dit door het Drents Museum, waar het in 2014 enige tijd was tentoongesteld, laten uitlenen aan het Hongaars Natuur Historisch Museum. Daar was het vanaf oktober 2014 enige tijd te zien in de tentoonstelling “Mummies of the World”.
2.4.Nadat [eisers] hiervan kennis hadden genomen (via een Chinees nieuwsagentschap dat aandacht aan laatstbedoelde tentoonstelling had besteed), hebben zij bij brief van hun raadsman van 8 december 2015 aan [gedaagde sub 1] gevraagd met hen te onderhandelen over het door [gedaagde sub 1] gekochte Boeddha beeld, dat in hun ogen de mummie van Meester Zhang Gong is.

2.5.[gedaagde sub 1] had kort daarvoor aan een Chinese krant (bij email van 25 november 2015) kenbaar gemaakt dat hij het door hem gekochte beeld als bedoeld onder 2.3. met een niet nader door hem genoemde derde had geruild voor een aantal andere (kunst)voorwerpen, en dus niet meer in bezit heeft. In de betreffende email deelt hij voorts mee dat deze derde anoniem wil blijven.
2.6.De mummie van Meester Zhang Gong is tot op heden niet teruggekeerd in de voornoemde Pu Zhao tempel.



3Het geschil


3.1.[eisers] vorderen, na wijziging van eis, sterk samengevat:
- [gedaagden] , althans één of meer van hen, te veroordelen tot afgifte van de mummie van Meester Zhang Gong, op straffe van een dwangsom;
- een verklaring voor recht dat [gedaagden] de mummie van Meester Zhang Gong niet te goeder trouw hebben verkregen;
- een verklaring voor recht dat de mummie van Meester Zhang Gong kwalificeert als lijk in de zin van de Wet op de Lijkbezorging, en dat eigendom daarvan naar Nederlands recht is uitgesloten en dat [eisers] als beheerders danwel zaakwaarnemers beschikkingsrecht toekomt;
- een verklaring voor recht (primair) dat de ruilovereenkomst nietig is in verband met de goede zeden of openbare orde, (subsidiair) paulianeus is, (meer subsidiair) [gedaagden] onrechtmatig hebben gehandeld door de ruilovereenkomst aan te gaan, en in alle gevallen [gedaagden] te veroordelen tot vergoeding van daaruit voortvloeiende schade;
- [gedaagden] , althans één of meer van hen, te veroordelen tot het opzeggen van de ruilovereenkomst danwel te bewerkstelligen dat de mummie van Meester Zhang Gong wordt “teruggeruild”, op straffe van een dwangsom;
- [gedaagden] , althans één of meer van hen, te veroordelen tot verstrekking van de Engelse naam en alle overige bekende informatie van de partij waarmee de beweerdelijke ruilovereenkomst is gesloten, op straffe van een dwangsom.
3.2.De dorpelingen van Yangchun en Dong Pu hebben het beeld zoals tentoongesteld in Hongarije (zie hiervoor onder 2.3.) ten tijde van die gelegenheid onmiddellijk herkend als de door hen aanbeden mummie van Meester Zhang Gong, aldus [eisers] Zij zijn gerechtigd om de afgifte daarvan te vorderen, waarbij zij zich kort gezegd op diverse juridische grondslagen beroepen zoals uiteindelijk tot uiting komend in de diverse (niet in hun totaliteit verenigbare) vorderingen als hiervoor vermeld. De vorderingen onder de laatste drie gedachtestreepjes zijn naar de rechtbank begrijpt slechts ingesteld voor het geval er daadwerkelijk - zoals door [gedaagde sub 1] aangevoerd - een ruilovereenkomst (zie hiervoor onder 2.5.) tot stand is gekomen, hetgeen [eisers] tegelijkertijd betwisten althans betwijfelen.

3.3.[gedaagden] hebben de vorderingen gemotiveerd betwist. Daarbij is allereerst en meest verstrekkend als formeel verweer gevoerd dat [eisers] geen natuurlijke of rechtspersonen zijn die als procespartij kunnen optreden, en ook overigens niet mogen worden toegelaten tot het geding. Het belangrijkste inhoudelijke verweer vervolgens is dat het beeld dat [gedaagde sub 1] in 1996 heeft gekocht niét de mummie van Meester Zhang Gong is, en overigens niet meer in zijn bezit is omdat hij het heeft geruild met een derde. De naam daarvan mogen zij volgens afspraak niet bekend maken, aldus [gedaagden]


4De beoordeling


4.1.Uitgangspunt is dat alleen natuurlijke personen en rechtspersonen in een civiel geding als procespartij kunnen optreden (vaste rechtspraak sinds HR 25 november 1983, NJ 1984, 297). De rechtvaardiging daarvan wordt door de Hoge Raad gevonden in het voorkomen van problemen van procesrechtelijke aard: zo zou onzeker kunnen zijn wie op grond van het aan een uitspraak toekomend gezag van gewijsde door die uitspraak is gebonden en tegen wie een uitspraak, bijvoorbeeld op het punt van de kostenveroordeling, ten uitvoer kan worden gelegd. Een bevoegdheid tot “rechtsvertegenwoording” op zich leidt niet tot procesbevoegdheid, omdat daarmee de door de Hoge Raad bedoelde procesrechtelijke problemen nog niet zijn weggenomen. De kern is dat een procespartij, of die nu eiser of gedaagde is, steeds als een aanwijsbare, afzonderlijke en in juridische zin op effectieve wijze aan te spreken grootheid moet kunnen worden beschouwd, zodanig dat niet onzeker is met wie of wat de andere partij nu precies te maken heeft. Op dit uitgangspunt bestaan overigens wel wettelijke uitzonderingen (hier niet gesteld en ook overigens niet aan de orde) en buitenwettelijke uitzonderingen (waarover hierna meer).

dorpscomités rechtspersonen?

4.2.1.[eisers] hebben zich op het standpunt gesteld dat zij naar Chinees recht kunnen worden beschouwd als rechtspersonen en dat zij om die reden procesbevoegdheid hebben als onder 4.1. bedoeld. Zij hebben ter ondersteuning van dit standpunt diverse zogenoemde “legal opinions” van Chinese juristen overgelegd. Hoewel deze opinies inhoudelijk zijn bestreden door [gedaagden] , geven deze wel aanleiding om te veronderstellen dat een dorpscomité in China kan voldoen aan de aldaar kennelijk bekende figuur van de “special legal person” als bedoeld in artikel 96 van de “General Rules of the Civil Law of the PRC”. Dit artikel luidt in de aan de rechtbank overgelegde vertaling als volgt:
“The governmental legal persons, the legal persons of rural collective economic organisations and the legal persons of basic-level People’s selfgoverning organisations are the special legal persons.”
4.2.2.[eisers] baseren hun beweerdelijke status als rechtspersoon op dit artikel en stellen dat zij ieder als “special legal person” moeten worden beschouwd. Naar de rechtbank ambtshalve is gebleken is deze rechtsvorm een gevolg van een herclassificatie die per 1 oktober 2017 in werking is getreden. Daarmee is niet gezegd dat een “special legal person” niet vóór die datum ook al als rechtspersoon gekwalificeerd kon worden (hetgeen in dit geval van belang is omdat de dagvaarding vóór die datum is uitgebracht). In zoverre is het verweer van [gedaagden] dat de regelgeving met betrekking tot de “special legal persons” pas per die datum geldt, mogelijk niet beslissend voor de vraag die hier aan de orde is. De rechtbank hoeft die vraag echter niet nader te onderzoeken gelet op het volgende. [gedaagden] heeft terecht opgemerkt dat de dorpscomités in het geheel niet zijn ingegaan op de vraag of de relevante regelgeving ook daadwerkelijk op hén van toepassing is. Ook de opinies laten zich hier niet op ondubbelzinnige wijze over uit. Anders dan de dorpscomités kennelijk menen had het immers wel op hun weg gelegen meer specifiek op hun eigen omstandigheden – bijvoorbeeld als het gaat om de vraag of zij wel daadwerkelijk en conform de regelgeving zijn opgericht (en zo ja, wanneer) en functioneren – in te gaan. Zij hebben daartoe ruimschoots de gelegenheid gehad, maar die niet te baat genomen.

4.2.3Nu overigens niets is gesteld of gebleken waaruit toch rechtspersoonlijkheid naar Chinees recht kan worden afgeleid, kan in dit geding die vereiste status niet worden vastgesteld.
4.2.4.De conclusie moet daarom zijn dat [eisers] , hoewel ruimschoots daartoe in de gelegenheid gesteld, er niet in zijn geslaagd om aan te tonen dat zij ieder kunnen worden beschouwd als een rechtspersoon aan wie procesbevoegdheid voor de Nederlandse civiele rechter toekomt.

buitenwettelijke uitzondering?

4.2.5.Zoals hiervoor reeds is overwogen, kunnen er omstandigheden zijn die maken dat ondanks het ontbreken van rechtspersoonlijkheid toch procesbevoegdheid kan worden aangenomen. Daarvan kan sprake zijn indien dit noodzakelijk is voor een effectieve rechtsbescherming, omdat die niet op een andere wijze tot stand gebracht kan worden. [eisers] hebben ook hierop een beroep gedaan, maar hebben hiertoe geen enkel argument aangevoerd dat tot de conclusie zou kunnen leiden dat op onaanvaardbare wijze effectieve rechtsbescherming ontbreekt wanneer zij niet tot dit geding worden toegelaten. In ieder geval kunnen zij niet volstaan met het er op wijzen dat “aan [ [eisers] ] bepaalde taken en verantwoordelijkheden toekomen, die zij dienen te kunnen verwezenlijken”, omdat het in de kern niet gaat om het belang van [eisers] om in rechte op te treden, maar om de vraag of de belangen zoals door hen in deze procedure via de ingestelde vorderingen naar voren gebracht op geen enkele andere wijze dan via [eisers] kunnen worden veiliggesteld. Alleen dan ontbreekt bij niet-toelating immers effectieve rechtsbescherming. Daarover hebben [eisers] echter niets gesteld, terwijl ook op dit punt geldt dat zij hiertoe ruimschoots in de gelegenheid zijn gesteld. Ook overigens is van een gebrek aan effectieve rechtsbescherming niet gebleken. Een buitenwettelijke uitzondering kan bij die stand van zaken niet aan de orde zijn.
conclusie met betrekking tot de procesbevoegdheid van [eisers]
4.2.6.Op grond van het voorgaande dient deze zaak reeds op de niet-ontvankelijkheid van [eisers] te stranden. Aan een inhoudelijke behandeling kan om die reden niet worden toegekomen.

4.3.Bij deze stand van zaken dienen [eisers] de kosten van het geding te dragen. Die worden aan de zijde van [gedaagden] begroot als volgt:
- griffierecht € 618,00
- salaris advocaat € 2.443,50 (4,5 punten × tarief € 543,00)
totaal: € 3.061,50.



5De beslissing

De rechtbank

5.1.verklaart [eisers] niet-ontvankelijk;
5.2.veroordeelt [eisers] in de kosten van het geding, tot heden aan de zijde van [gedaagden] begroot op € 3.061,50;

5.3.verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Thomas, mr. R.H. Mulderije en mr. J.W. Bockwinkel, rechters, en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2018.1
1type: JT




搜索结果 - 查看文档



ECLI:NL:RBAMS:2018:8919


分享发音

例阿姆斯特丹法院判决日期2018年12月12日出版日期2018年12月12日案件编号C / 13/609408 / HA ZA 16-558
司法管辖区民法
特色第一个例子 - 多个
内容指示

两个中国村委会想要通过法院向一个装有木乃伊的古代佛像提出要求,被宣布不予受理。因此,法院将不再处理其实质案件。库Rechtspraak.nl
丰富的声明


判决书



判决书


RECHTBANK AMSTERDAM


私法系

案件编号/角色编号:C / 13/609408 / HA SAT 16-558

判决2018年12月12日

在这种情况下



1[索赔人1],


2. [2岁以下的申请人]
两者均在中华人民共和国[地方]成立,
原告诉称,
律师JVM Holthuis先生在阿姆斯特丹,

针对



1[被告子1],

住在[居住地],
2.私人有限责任公司

[2岁以下的被告]
在[地方]建立,
3.私人有限责任公司

[3岁以下的被告]
在[地方]建立,
被告
律师T. Teke先生在阿姆斯特丹。

以下将原告一起称为[申请人]或“村委会”。被告在一起将在下文称为[被告]。被告子1是 - 如果它是单独的 - 以下以他的名字命名。



1程序


1.1。程序的过程如下所示:
- 2018年1月24日事件中的判决,其中提到的文件,
- 答辩者,附有证明文件,
- 2018年10月31日的正式报告,其中提到的文件(包括双方的褶图)。[索赔人]在2018年11月28日的信件中对该官方报告作了评论,该信已被添加到案件档案中。这些言论没有让法院有任何理由修改官方报告。
1.2。最后,判断已经确定。



2事实


2.1。阳春和东浦都是中国福建省的一个村庄。原来他们一起组成了一个村庄,在其领土上(现在是阳春境内)佛教普昭寺。
2.2。1995年12月14日,这座寺庙从宋朝(公元11世纪)的一个僧人的木乃伊遗骸中被盗。这干尸和尚称为大师张工(图像和被称为木乃伊称:主张工的木乃伊),并从阳春和浦东宗教和精神意义的村民。

2.3。[被告子1]已于1996年中期,从一位已故的艺术品经销商处,一尊佛像中含有,偶然后来才发现,后来买了一具木乃伊。他将这个借给了Drents博物馆的匈牙利自然历史博物馆,并在2014年展出了一段时间。它是从2014年10月开始在展览中看到的“世界木乃伊”。
2.4。在此之后已被告知[原告](通过中国新闻社关注了后者展),他们从2015年12月8日,写他们的辩护人[被告分1]提问者[被告在与他们谈判一下1]购买了佛像,在他们眼里是张公大师的木乃伊。

2.5。[被告子1]最近通过中国报纸(2015年11月25日通过电子邮件)知道他买了他买的照片,如2.3所示。与他未提及的第三方交换了许多其他(艺术)物品,因此不再拥有。在相关的电子邮件中,他还声明该第三方希望保持匿名。
2.6。张公大师的木乃伊尚未回到上述的普昭寺。



3争议


3.1。[索赔人]在更改索赔后声称,强烈总结:
- 要求[被告],至少其中一人或多人,在罚款的情况下向张公大师发出木乃伊;
- 对[被告]没有真诚获得张公大师木乃伊的权利的解释;
- 声明师父张工的木乃伊资格作为该法对殡葬意义上的身体,而所有权根据荷兰法律,并将[原告]禁止作为管理者受托人无论是属于处理;
- 一个声明(主),该交易所合同无效是关系到道德或公共秩序,(二选一)paulianeus,(二选一)[被告]非法采取行动,进入互换协议,并在所有情况下命令[被告]赔偿由此造成的损害;
- [被告],至少一个或更多的人,将被责令交换合同生效的终止或师父章贡区的木乃伊“换回”,对罚款处罚;
- 命令[被告],至少其中一人或多人,在处罚的情况下,提供所谓的交换协议所订约方的英文名称和所有其他已知信息。
3.2。村民杨春和东浦有作为展示匈牙利的图像(见下文2.3)。截至立即确认为大师张弓的他们崇拜的木乃伊这样的机会的时候,根据[原告]他们有权表达他们的问题简而言之,声称各种法律基础最终在上述各种(不完全兼容的)权利要求中表达。最后三个缩进下告上法庭索赔了解设置以防万一有实际 - 通过[被告分1]所指称 - 交换协议(见下面2.5)成立,其中[原告]同时争论至少怀疑它。

3.3。[被告]认为这些主张是有动力的。在这样做时,作为正式辩护首先是最具深远意义的,[索赔人]不是自然人或法人,可以作为诉讼当事人,并且不允许他们被允许进入诉讼程序。最重要的实质性辩护是,[被告子1]在1996年购买的图像不是张公大师的主木乃伊,并且由于他已经与第三方交换而不再拥有。根据协议,他们可能不会公布他们的名字,[被告]


4评估


4.1。出发点是,只有自然人和法人才能在民事诉讼中担任当事人(自1983年11月25日人力资源,新泽西州1984年,297年以来,已经成立的判例法)。其理由是最高法院在防止程序性的问题发现:作为可能是不确定谁在它的基础是由该决定的约束的声明归因既判力和对谁的判断,例如在点可以强制执行成本订单。“代表权利”的权力本身并不会导致提起诉讼,因为最高法院提到的程序问题尚未消除。其实质是诉讼方,无论是原告还是被告,始终是可识别的,在法律意义上分离和有效,必须以这样一种方式加以考虑,即不确定对方必须与谁或者究竟是什么打交道。但是,这个起点(这里没有提到,也没有提到)和法定外例外(以下更多内容)有法律上的例外情况。

村委会法人实体?

4.2.1。[索赔人]采取的立场是,根据中国法律,他们可以被视为法人,并且他们因此而具有诉讼地位,如4.1所述。意。他们提出了中国律师提出的各种所谓“法律意见”,以支持这一立场。虽然这些观点是有争议的[被告]的内容,这些都有理由认为中国的一个村委会下的“总规则第96条履行其显然是众所周知的“特殊法人”的身影中华人民共和国民法“。本文在提交法院的译文中如下:
“政府人员,农村集体经济组织的法人和基层人民自治组织的法人是特殊的法人。”
4.2.2。[索赔人]将他们所谓的法律实体地位作为本条的依据,并声明他们应被视为“特殊法人”。正如法院正式宣布的那样,这种法律形式是2017年10月1日生效的重新分类的结果。这并不意味着“特殊法人”在该日期之前不能被认定为法人实体(在这种情况下这很重要,因为传票是在该日期之前发出的)。在这种程度上,被告人对于特殊法人的规定仅适用于该日期的辩护,对于此处的争议问题可能不具有决定性作用。但是,鉴于以下情况,法院不必进一步调查这个问题。[被告]正确地指出,村委会根本没有回答相关规定是否真正适用于他们的问题。这些意见也没有明确的含义。与村委会显然认为毕竟更具体针对自身情况的情况相反 - 例如,当谈到他们是否真正建立并按照规定(如果是的话)和运作的问题时,要引入。去。他们有充分的机会这样做,但没有利用它。与村委会显然认为毕竟更具体针对自身情况的情况相反 - 例如,当谈到他们是否真正建立并按照规定(如果是的话)和运作的问题时,要引入。去。他们有充分的机会这样做,但没有利用它。与村委会显然认为毕竟更具体针对自身情况的情况相反 - 例如,当谈到他们是否真正建立并按照规定(如果是的话)和运作的问题时,要引入。去。他们有充分的机会这样做,但没有利用它。

4.2.3顺便说一句,由于根据中国法律没有说或证明能够获得法人资格,在这种情况下无法确定所需的地位。
4.2.4。因此,结论必须是[原告]尽管有充分的机会这样做,却没有成功地证明他们每个人都可以被视为有权在荷兰民事法庭受审的法律实体。

超法定例外?

4.2.5。如上所述,尽管缺乏法律人格,但可能存在使得有可能采取法律地位的情况。如果这对于有效的法律保护是必要的,则可能是这种情况,因为它不能以任何其他方式建立。[索赔人]也对此提出上诉,但没有提出任何有关这种效果的论据,这可能导致得出的结论是,如果他们不被允许接受这一争端,那么有效的法律保护是不可接受的。无论如何,他们不足以指出“[[原告]]具有他们必须能够实现的某些任务和责任”,因为核心问题不是[索赔人]的利益,以便直接行动,但是,通过提出的要求,他们在这一程序中提出的利益是否不能通过[索赔人]以任何其他方式得到保障。只有这样才能在入学时缺席有效的法律保护。但是,[索赔人]对此没有说什么,而在这一点上,他们也有充分的机会这样做。此外,尚未显示缺乏有效的法律保护。在这种情况下不能考虑额外的法定例外。但是,[索赔人]对此没有说什么,而在这一点上,他们也有充分的机会这样做。此外,尚未显示缺乏有效的法律保护。在这种情况下不能考虑额外的法定例外。但是,[索赔人]对此没有说什么,而在这一点上,他们也有充分的机会这样做。此外,尚未显示缺乏有效的法律保护。在这种情况下不能考虑额外的法定例外。
关于[索赔人]的诉讼地位的结论
4.2.6。根据上述情况,必须在[索赔人]不予受理的情况下处理此案。由于这个原因,不能接受实质性的待遇。

4.3。在这种情况下[索赔人]必须承担诉讼费用。这些是[被告]一方估计如下:
- 法庭费用€618.00
- 工资律师€2,443.50(4.5分×费用€543.00)
总计:€3,061.50。



5决定

法庭

5.1。声明[索赔人]不予受理;
5.2。谴责[原告]诉讼费用,估计到[被告]目前为3,061.50欧元;

5.3。宣布诉讼费用可以强制执行。
这个判断是由先生渲染。J.托马斯先生,RH Mulderije先生和JW Bockwinkel,法官和公众12月12日,2018年1
1种类型:JT


https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2018:8919&showbutton=true&keyword=rbams%3a2018%3a8919
  • 喜欢0 评分0
    游客
    

    返回顶部